|
||||||||
|
Pianist/componist Aruán Ortiz behoort tot de absolute top van de hedendaagse jazz improvisators, geboren in Santiago de Cuba is hij inmiddels een onbetwiste protagonist van de New Yorkse avant-garde jazzscene. Maar de Cubaanse roots zijn nog steeds een essentieel onderdeel van zijn oeuvre, dit is een speciaal album vanwege een dubbele viering, allereerst is het zijn 20-jarige opname debuut als leider en zijn 50- jarige geboortedag. Zoals gezegd zijn de muzikale tradities van de Afro-Cubaanse als gagà, mengón, son, conga etc. nog steeds belangrijke invloeden in zijn muziek. Op 23 jarige leeftijd vertrok hij naar Barcelona om meer ervaring op te doen met de Europese jazz, in 2002 vertrok hij naar de V.S. om te studeren aan het befaamde Berkeley College in Boston. Tijdens zijn studie deed hij de nodige ervaring op in de band van trompettist Wallace Roney, belangrijk voor hem waren leraren als de pianisten Joanne Brackeen en via haar Ornette Coleman en vooral Muhal Richard Abrams heeft hem sterk beïnvloed. Ik schreef al eerder over Aruán Ortiz, dat betrof Inside Rhytmic Falls met slagwerker Andrew Cyrille en percussionist Mauricio Herrera. Dat was ook op het Intakt label, “Serranias” is inmiddels zijn zesde album voor dit iconische Zwitserse label, hij is hier te horen met bassist Brad Jones en drummer John Betsch. Het album opent met “Shaw ‘Nuff (Siento un bombo) van Dizzy Gillespie en Charlie Parker, het tweede nummer dat niet is geschreven door Ortiz. Het bekende bopnummer is aanvankelijk duidelijk herkenbaar maar allengs geeft Ortiz er zijn eigen draai aan, hij speelt met de tempi en zoals inmiddels gebruikelijk in de jazz gaan ook Jones en Betsch verder dan alleen het ritme aangeven, uiterst spannende muziek. In “En forma de Guajira” ontwikkelt Ortiz een geweldig tempo en worden we getrakteerd op een waterval aan noten en clusters. “Los tres golpes” van Ignacio Cervantes laat verstilde klanken horen waarin langzaam de spanning wordt opgebouwd totdat het eindigt met liefelijke tonen en langzaam wegebt. Het is een eerbetoon aan Cervantes, de belangrijkste Cubaanse pianist/componist uit de 19e eeuw. Ortiz is solo te horen in het avantgardistische “Canto de tambores y caracoles” waarin we duidelijk de invloed horen van pianisten als Cecil Taylor en Muhal Richard Abrams, het stuk is geïnspireerd op de dichter Jesús Cos Causse. In het titelnummer “Serranias” is er sprake van een spannende wisselwerking tussen piano, bas en drums middels elkaar aanvullende improvisaties. Dit fabuleuze album wordt afgesloten met het ontroerende, maar gezien de titel ook beangstigende “Lullaby for the End Times”. Door het verstilde karakter van het nummer misschien wel het meest toegankelijk voor de mainstream liefhebbers, voor de luisteraars met een bredere smaak is het hele album een waar luistergenoegen. Jan van Leersum. |